De oorzaken van alopecia androgenetica zijn inmiddels voor het overgrote deel bekend. Grootste boosdoener is het hormoon dihydrotestosteron (DHT) dat net zoals alle andere hormonen zowel bij mannen als bij vrouwen voorkomt. Dit DHT-hormoon wordt, onder invloed van een enzym 5-alpha-reductase), gevormd uit het mannelijk hormoon testosteron. Dit proces vindt plaats in het haarwortelzakje van de hoofdhuid. Het DHT-hormoon kan ook worden afgebroken en wel door de stof 3-alpha-hydroxysteroïd dehydrogenase. Bindt het DHT-hormoon zich echter aan een andere stof (de androgeen-receptor) dan veroorzaakt dit proces uiteindelijk het afsterven van het haarwortelzakje waardoor er geen haren meer uit zullen groeien. Doet dit proces zich bij veel haarwortelzakjes voor, dan wordt de haardos steeds dunner en zal uiteindelijk kaalheid optreden. De verschillen in de mate waarin alopecia androgenetica optreedt, worden onder andere verklaard door individuele verschillen in gehaltes aan:
- 5-alpha-reductase,
- de afbrekende stof (3-alpha-hydroxysteroïd dehydrogenase).
- de androgeen-receptor waaraan het DHT zich bindt.
- Bij deze verschillen spelen een aantal factoren een rol, zoals erfelijkheid, leeftijd en ras.
Duidelijk is inmiddels geworden dat het overerven van de klassieke mannelijke kaalheid zowel langs de vrouwelijke als langs de mannelijke lijn loopt. Een tijd lang is zelfs gedacht dat met name de vrouwelijke lijn van belang was. Wanneer alopecia androgenetica in de familie voorkomt, is de kans dat je er ook mee te maken krijgt groter dan wanneer het niet voorkomt.
Het optreden van de klassieke vorm van mannelijke kaalheid kan niet alleen worden toegeschreven aan erfelijkheidsfactoren. Vastgesteld is dat de kalende hoofdhuid een verminderde bloedtoevoer heeft. Of dit de oorzaak is van de haaruitval (de kip) of juist het gevolg is van het feit dat er geen haarwortelzakjes meer zijn (het ei) is niet duidelijk. Over het algemeen heeft deze vorm van kaalheid geen relatie met een ziekte of afwijking van het individu.
De klassieke mannelijke kaalheid openbaart zich vanzelfsprekend door een verhoogd verlies van hoofdharen. Normaal gesproken groeit een haar op het hoofd gedurende een periode van gemiddeld 2 tot 6 jaar (groeiperiode), daarna heeft het haar een rustperiode waarin het niet groeit van 2 tot 4 maanden, en vervolgens valt het haar uit. Een nieuwe haar begint dan op die plaats te groeien, etc. De haren op het hoofd bevinden zich in verschillende fasen groeifase , rustfase en uitvalfase ) en dus vallen iedere dag wel haren uit. Dit zijn er circa 100 per dag.
Maar, wanneer iemand meer dan 100 haren per dag verliest, betekent dit nog niet dat er sprake is van klassieke mannelijke kaalheid. Een tijdelijk verhoogd verlies van hoofdharen kan bijvoorbeeld ook ontstaan nadat een (eiwit-beperkt) dieet is gevolgd.